Voeding, beweging, stress, bioritme, darmflora en vervuiling: onze leefstijl sluit niet meer aan bij hoe de oermens ooit leefde en daardoor ontstaat een conflict met onze oeroude genen. Dat maakt ons kwetsbaar voor welvaartsziekten. In een reeks opeenvolgende hoofdstukken gaat Brant in op al deze mismatches en hoe deze kunnen leiden tot chronische ziekten. Kortom: het boek sluit nauw aan op onze visie op een gezonde leefstijl.
Brant illustreert op heldere wijze de ontwikkeling van het voedingspatroon van de vroege mens als jager-verzamelaar tot de fastfood-revolutie en de gevolgen die dat met zich mee heeft gebracht voor de inname van micro- en macronutriënten. Hij vergeet hierbij ook de ontwikkeling van “goede tafelmanieren” niet, met als overweging het gebruik van bestek in de ban te doen: “bestek schept een afstand (tussen eten en eter, red.) waar geen afstand mag bestaan.”
Ook over het niet te onderschatten belang van meer bewegen heeft Brant het een en ander te vertellen. De mens is van nature liever lui dan moe, zo schrijft hij in het gelijknamige hoofdstuk. Dit is in de moderne tijd – waarin alle gemak binnen handbereik is – een mismatch van formaat. De oermens was gedwongen veel te bewegen: was hij niet op zoek naar voeding, dan was hij wel op de vlucht voor gevaar. Niets van dit alles speelt de moderne westerse mens nog parten, waardoor de trigger om te bewegen minimaal is en onze luie aard naar boven komt. “Bewegen moet”, schrijft Brant. En hij heeft nog een tip: als je dan beweegt, doe dat dan op een zo natuurlijk mogelijke manier en wel op blote voeten.
Waar vervuiling vaak wordt gezien als iets waar we als individuele mens geen invloed op hebben, laat Brant zien dat je wel degelijk in je eigen omgeving de hoeveelheid vervuiling kunt controleren. Denk aan het bevorderen van een omgeving waarin nuttige insecten gedijen, het creëren van een groene leefomgeving in en om het huis, aandacht voor persoonlijke hygiëne en het beperken van de blootstelling aan “digitale drugs”: smartphones, games en social media.
Brant concludeert dat evolutie in de moderne geneeskunde een zwaar onderschat fenomeen is en dat de huidige benadering van ziekte ervoor zorgt dat oog voor het totaalbeeld van de zieke mens verloren lijkt te gaan. We doen aan symptoombestrijding, waardoor echte oplossingen uitblijven. Het is precies om deze reden dat wij onze therapeuten aanleren om altijd systemisch en niet symptomatisch te denken; je kunt ziekte alleen oplossen als je de oorzaken ervan aanpakt.
Brant eindigt met een hoofdstuk over oerdriften, waarin hij een prachtig beeld schetst van de evolutionaire tijdreis van de mens uit het oerbos tot nu. We bezien de mens met al zijn menselijke driften, zoals territoriumgedrag, hang naar status, uiting van emoties, het gebruik van taal en voortplanting. Een absolute aanrader!