Acetyl-L-carnitine is een aan L-carnitine verwante stof die echter een aantal unieke eigenschappen heeft op met name het centrale zenuwstelsel, die L-carnitine zelf niet heeft. Een belangrijk verschil met L-carnitine is dat ALC zeer gemakkelijk de bloed-hersenbarrière passeert. ALC speelt dan ook een belangrijke rol in de hersenstofwisseling. Acetyl-L-carnitine kan in de mitochondriën van de hersenen, lever en nieren worden aangemaakt uit het aminozuur L-carnitine en een acetylgroep afkomstig van acetyl-co-enzym-A. Het enzym dat de vorming van ALC katalyseert is carnitine acetyltransferase. Naarmate we ouder worden, dalen de acetyl-L-carnitineniveaus. De enige voedingsbron is dierenhersenen, waardoor we naarmate we ouder worden, we op supplementen aangewezen zijn om de acetyl-L-carnitinespiegels weer op peil te brengen. ALC uit voedingssupplementen wordt gesynthetiseerd uit andere aminozuren en is dus geschikt voor vegetariërs.
Na orale inname wordt acetyl-L-carnitine (net als L-carnitine) snel en gemakkelijk geabsorbeerd in de dunne darm (in het jejunum, door diffusie). ALC gaat gemakkelijk en snel door de bloed-hersenbarrière, en heeft een aantal metabolische en regulerende effecten op hersenweefsel. Bij patiënten met dementie stijgen de hersenconcentraties significant, zowel na orale toediening als na toediening per injectie.
ALC heeft verschillende werkingen op het hersenweefsel:
- Donor van acetylgroepen: In de cel fungeert ALC als donor van acetylgroepen. De acetylgroep is essentieel voor een groot aantal celfuncties, waaronder productie van neurotransmitters. Via acetylatie worden een groot aantal celproteïnen, en enzymen en andere verbindingen gereguleerd. Zo verhoogt ALC de productie van Nerve Growth Factor (een sleutelstof voor de groei van zenuwweefsel), evenals van bèta-endorfine.
- Verbetering neurotransmitterproductie (acetylcholine): Acetyl-L-carnitine kan zijn acetylgroep ook doneren aan choline voor de productie van acetylcholine, de belangrijkste neurotransmitter voor geheugen- en denkprocessen. De activiteit van het enzym dat acetylcholine maakt uit de acetylgroep en choline neemt af met toenemende leeftijd, met lagere acetylcholineniveaus tot gevolg. Dit proces speelt waarschijnlijk een belangrijke rol bij de afname van de hersenfuncties op latere leeftijd. Bij de ziekte van Alzheimer kan een daling van de hoeveelheid acetylcholine tot wel 90% optreden.
- Mitochondriale stofwisseling/cellulaire energie: Eén van de belangrijkste processen die op cellulair niveau een rol speelt bij veroudering is een verminderde functie van de mitochondriën. In de mitochondriën vindt alle oxidatieve verbranding in de cel plaats, en daarmee het grootste deel van de energieproductie. Omdat aërobe (=oxidatieve) verbranding zeer veel efficiënter is in de vorming van ATP (adenosine trifosfaat, en daarmee de cellulaire energie) dan anaërobe verbranding, bepaalt de mitochondrionfunctie in grote mate de hoeveelheid energie die geproduceerd kan worden, en daarmee het verloop van diverse chemische processen die van voldoende energie afhankelijk zijn. Zo zijn detoxificatie, reparatiesystemen, DNA-replicatie, handhaving van de osmotische balans, maar ook hogere-orde processen zoals die van het geheugen allen afhankelijk van voldoende ATP. Daarom is behoud van goed functionerende mitochondriën belangrijk voor de algehele gezondheid tijdens verouderen. De stofwisseling van mitochondriën is niet volledig efficiënt en normaal gesproken wordt ongeveer 1-3% van de verbruikte zuurstof daar omgezet in schadelijke superoxideradicalen. Echter, met stijgende leeftijd neemt de efficiëntie af (evenals de antioxidatieve bescherming), waardoor in de mitochondriën meer en meer schade kan optreden aan mitochondriaal DNA, RNA, eiwitten en membranen. Als gevolg van deze beschadigingen wordt zuurstof minder goed gereduceerd, waardoor weer meer vrije radicalen worden geproduceerd, evenals schadelijke bijproducten van vetzuurperoxidatie, zoals aldehyden (bijvoorbeeld malondialdehyde) die de mitochondriën verder beschadigen. Dit kan leiden tot een vicieuze cirkel van verminderde mitochondriale efficiëntie en daardoor verhoogde beschadiging, waardoor de efficiëntie nog verder afneemt. Dit heeft een negatief effect op de ATP-genererende capaciteit in de mitochondriën, vooral in tijden van een vergrote energiebehoefte. Acetyl-L-carnitine blijkt, met name wanneer het samen wordt ingezet met alfaliponzuur, in staat de leeftijdsgebonden afname in mitochondriale stofwisseling tenminste gedeeltelijk terug te dringen. ALC transporteert, net als L-carnitine, lange-keten-vetzuren en acetyl-coënzym-A de mitochondriën in. Eenmaal in de mitochondriën worden de vetzuren afgebroken door "bèta-oxidatie" en acetylgroepen verder geoxideerd in de citroenzuurcyclus, een proces waarbij (zeker in vergelijking met de anaërobe stofwisseling) veel ATP vrijkomt. Acetyl-L-carnitine voorkomt (net als L-carnitine) toxische ophopingen van vetzuren in het cytoplasma en van acetyl-CoA in de mitochondriën, terwijl ze acetyl-CoA verschaffen aan de mitochondriën voor de energieproductie. Met stijgende leeftijd nemen een aantal stoffen die belangrijk zijn voor de energieproductie in de mitochondriën af. Eén ervan is het fosfolipide cardiolipine, welke een belangrijke co-factor is voor het transport van diverse stoffen in de mitochondriën en voor het goed functioneren van de electronentransportketen. ALC blijkt de leeftijdgebonden afname van cardiolipine terug te kunnen dringen en te kunnen herstellen naar de niveaus op jonge leeftijd, met als gevolg dat de onderzochte oudere dieren meer energie hadden en actiever waren.
- Oxidatieve bescherming: Deze verhoging van de mitochondriale energieproductie heeft echter een prijs. De elektronentransportketen “lekt” altijd een bepaald percentage elektronen, waardoor een klein deel van de verbruikte zuurstof daar wordt omgezet in schadelijke superoxideradicalen. Een verhoging van de energieproductie betekent dus ook een verhoging van de productie van reactieve zuurstofdeeltjes. Dit effect blijkt echter alleen bij hoge doseringen van ALC meetbaar en is alleen in de lever waargenomen. Paradoxaal genoeg zijn er juist sterke aanwijzingen dat ALC hersenweefsel kan beschermen tegen beschadiging door superoxideradicalen. Toediening van ALC verlaagde de oxidatieve stressniveaus in diverse hersengebieden van 24 maanden oude ratten naar die van 18 maanden oude dieren. Oxidatieve schade aan hersenweefsel is een belangrijke factor in veroudering en neuronale degeneratieve ziektebeelden als Alzheimer en Parkinson.
Idealiter zou ALC echter gecombineerd moeten worden met een goed antioxidant en de laatste jaren wordt er daarom onderzoek gedaan naar de combinatie van ALC met alfa-liponzuur, een belangrijke co-factor voor mitochondriale enzymen en tevens (in gereduceerde vorm) een krachtig antioxidant, inductor van glutathion en recycler van andere belangrijke antioxidanten. Net als ALC beweegt alfaliponzuur zich gemakkelijk door membranen. Deze combinatie blijkt een zeer krachtige: in onderzoek bij oudere ratten kon deze combinatie de mitochondrionfunctie in de hippocampus zodanig herstellen dat de membraanpotentiaal, een belangrijke indicator voor de mitochondrionfunctie, niet meer verschilde van die van jonge dieren.
- Terugdringen van lipofuscine-ophoping: Ophoping van het zogenaamde ouderdoms-pigment lipofuscine kan ook worden teruggedrongen door ALC. Lipofuscine is een onoplosbaar complex van gecrosslinkte eiwitten, geoxideerde vetten en andere afvalproducten van oxidatieve stress. Ophoping van lipofuscine in de hersenen is een belangrijke factor in de veroudering van de hersenen. Wanneer de normale celfuncties teveel verstoord worden door lipofuscine gaan de aangedane cellen dood (apoptose), waardoor op den duur de hersenfuncties worden verstoord. De bruine pigmentvlekken op de handen van sommige ouderen bestaan uit lipofuscine en zijn indicatief voor lipofuscine-ophoping in het lichaam, met name in hart, lever, hersenen en ooglens.
- Stabilisatie van cellulaire membranen: Membranen zijn het werkoppervlak van iedere cel, waar de essentiële functies van cellulaire communicatie en hormonale signaaloverdracht plaatsvinden. Zenuwcellen zijn afhankelijk van een gezonde celmembraan voor een normale neurotransmitterstofwisseling. Humaan onderzoek heeft aangetoond dat ALC de vloeibaarheid van de membraan kan stabiliseren.
- Groei en differentiatie van neuronen: Naarmate zenuwcellen ouder worden, neemt het vermogen om uitlopers te vormen, evenals het contactoppervlak met andere zenuwcellen af. Toediening van ALC aan oudere ratten gedurende 6-22 maanden kon deze achteruitgang deels weer terugdraaien. ALC kon in oud hersenweefsel de vorming van een belangrijke groeifactor van zenuwen (Nerve Growth Factor) weer herstellen en (op termijn) ook de groei en differentiatie van zenuwweefsel stimuleren.
- Verbetering neuronale receptorfuncties: Van veel receptorsystemen in het centrale zenuw-stelsel neemt het aantal receptoren af met stijgende leeftijd, zoals het NMDA-receptor-systeem, NGF-receptoren, glucocorticoïde-receptors en receptoren voor andere neuro-transmitters. ALC kan deze receptor-reductie terugdraaien, wat weer de signaal-overdracht tussen zenuwcellen verbetert.
- Regulator van glucose en glycogeenmetabolisme: ALC verbetert de vetzuur- en glucose-afbraak, waardoor de cognitieve functies toenemen, wat mogelijk effecten heeft op het psychologisch welbevinden.
- Immuunversterking: ALC blijkt een sterke immuunversterker te zijn, waardoor het nu in de belangstelling staat in de HIV-therapie. Dit effect hangt waarschijnlijk samen met het vermogen de gezondheid van het zenuwstelsel te verbeteren, wat op zijn beurt de activiteit van het immuunsysteem bepaalt.
- Alcoholvergiftiging: ALC heeft een beschermende werking tegen de toxische werking van alcohol. Zo was bij 55 chronische alcoholici een significante verbetering van de cognitieve vermogens te bespeuren na gebruik van ALC gedurende 90 dagen. Ook werd (bij ratten) een beschermend effect van acetyl-L-carnitine gevonden op hersenbeschadigingen van de foetus door alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap.